Beschrijving
Tibetaanse gebedsvlaggen in een slinger bedrukt met gebeden en mantra’s.
Traditioneel komen gebedsvlaggetjes in sets van vijf, van elke primaire kleur één plus wit en groen. De vijf kleuren staan voor de vijf elementen. Blauw staat voor “hemel”, wit voor “wind”, rood voor “vuur”, groen voor “water” en geel voor “aarde”. Tegelijkertijd staat elke kleur voor een van de vijf dhyani-Boeddha’s: blauw voor Akshobhya Boeddha, wit voor Ratnasambhava Boeddha, rood voor Amitabha Boeddha, groen voor Amoghasiddhi Boeddha en geel voor Vairocana Boeddha.
De gebedsvlaggetjes verspreiden vrede, compassie, kracht en wijsheid. Bij het wapperen in de wind zullen de gebeden en mantra’s opstijgen naar de goden, die voorspoed brengen aan de ophanger, zijn familie, vrienden, bekenden en zelfs vijanden.
Door de vlaggetjes op hoge plekken op te hangen kan de ta, het windpaard, de zegeningen naar alle levende wezens brengen. Daarbij wordt de lucht zelf door de vlaggetjes gezuiverd.
Oude vlaggetjes verliezen vaak door weer en wind hun kleuren. Men gelooft dat dit komt doordat de gebeden langzaam worden opgenomen in de omgeving. Net als het leven een cyclus van dood en wedergeboorte is, hangen Tibetanen nieuwe vlaggetjes op naast de oude, om het zelfvernieuwende aspect aan het leven te symboliseren.