Plantenreis – Mijn eerste keer

Mijn reiservaring

Vroeger werkte ik voor justitie, met mensen die delicten gepleegd hadden. Veel van die delicten waren drugs gerelateerd. Ik zag uitgemergelde lijfjes met wilde ogen. Mensen die wanhopig graag hun drugsgebruik wilde voortzetten, maar ook wisten dat het hun ondergang zou betekenen. Ik wilde ze zo graag helpen! En dat was moeilijk, vaak onmogelijk.

Middelen die iets deden met het bewustzijn en ik waren geen vrienden. Ik rookte niet, ik dronk nooit, ik lustte niet eens koffie. Drugs was de draak en ik de dappere ridder die haar bestreed.

Ik hield echter wel van reizen en leerde graag over andere culturen. En op een dag las ik iets over Ayahuasca, uit het Amazone gebied.

Ik zou dat natuurlijk nooit proberen, wist ik zeker. Maar er over lezen was wel boeiend. Sjamanen die spraken met voorouders, andere werelden die bezocht werden, heling van geestelijke wonden. Ik las dat het ook mogelijk was om het onder goede begeleiding in Nederland te proberen. Mooi niet, gevaarlijk, onverstandig en totaal niet nodig, vond ik.

Tot ik mijzelf volledig in het wit gekleed, want soms gebeurt dat zo, in een boerderij in het midden van het land aantrof. ‘Waar ben je mee bezig, gek!’dacht ik toen ik mijzelf daar zo aan een boerentafel zag zitten, luisterend naar wat er zou kunnen gebeuren. De anderen leken mij verbazingwekkend normaal. Ik had alternatieve types verwacht, randje gestoord. Maar deze mensen had ik net zo goed in de supermarkt tegen kunnen komen.

De ceremoniezaal was mooi en mysterieus. En ik, ik dronk voor het eerst Ayahuasca. En daar ging ik! Ik werd een wereld ingezogen die alle voorstelling te boven ging. Volledig van mijn sokken geblazen werd ik. Een feest van kleuren, vorm, emoties en muziek. Tijd bestond niet meer. Bestond ik zelf eigenlijk nog wel? Ik was de afgelopen tijd nogal wat opstandig geweest. Ik had liefdevol voor anderen gezorgd, maar zelf was ik schromelijk in de steek gelaten. Daarom was ik een beetje boos op de wereld. In plaats van nog meer te geven had ik een protserige Rolex voor mijzelf aangeschaft. ‘Zo!’, dacht ik,’ Lekker voor je, wereld, ik doe het niet meer!’ Mamma Aya, mijn onderbewustzijn of wie dan ook, liet mij lachend weten dat ik een engeltje was en dat het niet erg was dat te blijven. Daar gingen mijn voornemens. Ook leerde ik dat ik niet mijn hele leven het werk zou hoeven doen wat ik nu deed. Wat dan wel?

De dag erna liep ik als een blij ei dankbaar in een gure regenbui. Ik zag een man achter een computer in een saai gebouw en in gedachten vertelde ik hem dat hij een lief medemens was waar ik van hield. Ik zag het leven in de kale bomen, de meeuwen en ik voelde het in mijzelf. Wat was dit allemaal?

De weken erna was de reis voortdurend in mijn hoofd. Dit zou iedereen moeten proberen, geweldig, wat een ervaring. Maar met wie deel je zo iets?  En als ik mijn werk niet meer zou doen, welk werk dan wel? Na lang denken besloot ik dat laatste te vergeten. Ik kan niets anders, ik wilde niets anders. Maar de Ayahuasca was mij niet vergeten, ik leerde steeds meer over haar en vond het geweldig. Het koste tijd, (wat is tijd?) maar ze kreeg gelijk. Ik hoefde dat werk niet voor altijd te doen. Ik mocht blijven delen en het werd wat minder grimmig om me heen. En toen gingen er deuren voor mij open, en ik stapte er door.

Maak kennis met de meesterplanten: https://bezielen.nl/ayanana-innerlijke-reis/

Jacqueline Oranje